[potloodcast] Potloodcast 08: Jip van den Toorn

Potloodcast 08: Jip van den Toorn

Jip van den Toorn is in deze Potloodcast aan het woord over haar werk als cartoonist en illustrator. Ze vertelt aan de hand van vijf beelden over haar interesse in outsider art, slimme beeldgrappen en haar beeldcolumns voor De Volkskrant.


Beeld 1: ‘een beeld door mijn favoriete outsiderkunstenaar August Walla’.

1. Invloedrijk beeld uit jeugd

Ik koos voor een beeld van outsiderkunstenaar August Walla uit de collectie van Musuem Gugging. Outsiderkunst is een complexe kunstvorm: het is geen stroming, maar meer een soort verzamelbak van allemaal kunst die niet binnen een bepaalde beweging past. Ik kwam met Walla’s werk in aanraking omdat mijn vader outsiderkunst verzamelt. Ik was vijf jaar toen hij daarmee begon en hij nam mij altijd mee in zijn zoektocht. Dus als ik denk aan mijn eerste ervaringen met kunst dan herinner ik mij vooral de lange reizen naar afgelegen plekken waar ze dat soort werken verkochten.

Het beeld dat ik heb uitgekozen is een weergave van een soort primitief getekende poppen of wezens. Walla werkt met heftige kleuren en patronen. Zijn beelden zijn zo onlogisch en weird; dat vind ik er super vet aan. Mijn vader heeft ook een aantal van zijn werken aangekocht. Walla is altijd mijn lievelingskunstenaar geweest omdat je nooit op zijn tekeningen uitgekeken raakt.


Beeld 2: ‘Een tekening van Paul Faassen die ik tegenkwam tijdens de expositie A Perfect Day‘.

2. Invloedrijke illustratie voor je illustratiecarrière

Ik dacht heel lang dat ik naar de toneelschool wilde, want mijn vader en oma zijn acteur. Als ik meeging naar een voorstelling dacht ik: daar wil ik ook staan. Dus toen ben ik auditie gaan doen bij alle grote toneelscholen. Toen ik op de terugreis van een van de audities was, hoopte ik dat ik niet werd uitgekozen. Ik wilde een andere kunstvorm vinden waarin ik me kon uiten. Toen besloot ik voor een halfjaar in mijn eentje op reis te gaan naar China, Tibet en Nepal. Ik wilde iets doen waarmee ik levenservaring kon opdoen.

Eenmaal terug in Amsterdam ben ik bij alle kunstacademies gaan kijken. Uiteindelijk kwam ik uit bij illustratie op de HKU: daar zag ik zulke grappige dingen. Schetsboeken met gedachtes erin, gekke ideeën en geestige perspectieven op dingen. Die zomer deed ik toelating tot de academie en ontdekte ik ook voor het eerst het werk van Paul Faassen. Ik kwam zijn tekeningen tegen op de expositie A Perfect Day op het Westergasterrein. Ik weet nog dat ik daar liep en dacht: wauw, dit is fantastisch; dit zijn zulke goede en slimme gedachtes! Ik waardeer vooral de humor in Paul’s werk en de grappige kijk die hij heeft op de wereld. Door hem bedacht ik dat dit illustreren mijn werk kon zijn. In het laatste jaar van mijn studie is Paul uiteindelijk mijn afstudeerbegeleider geweest.


Beeld 3: ‘Een illustratie uit mijn eindexamenjaar waarvoor ik uren met mijn camera door de stad heb gedwaald.’

3. Een werk van eigen hand dat je eerste schreden op het pad van de illustrator verbeeldt

Tijdens mijn opleiding was ik heel erg zoekende. Ik heb geëxperimenteerd met olieverf en stof. Aan de ene kant wilde ik veel verschillende dingen uitproberen, maar aan de andere kant wilde ik ook concreet maken wie ik was als maker. Dat is best ingewikkeld. Én dan zit je ook nog eens met alleen maar begin twintigers in existentiële crisissen, want niemand die normaal en gebalanceerd is gaat naar een kunstacademie. Ik was zelf ook totaal gek in die tijd.

Het derde beeld heb ik gemaakt in het laatste jaar van mijn studie. Naar mijn idee is dit de eerste tekening waarin ik iets neerzet waarmee ik nu nog steeds bezig ben. Een tafereel van een slapende vrouw en een chagrijnige man in een rondvaartboot. Voor mijn eindexamen ben ik dagelijks door de stad gaan wandelen met mijn camera en heb ik foto’s gemaakt van de dingen die ik tegenkwam. Ik was nieuwsgierig naar hoe dingen er echt uitzagen. Wanneer je zelf een beeld bedenkt, zonder naar de werkelijkheid te kijken, komt er vaak een stereotype beeld uit. Terwijl als je kijkt naar hoe dingen er echt uitzien, je er achterkomt dat het allemaal nog vreemder is dan je zelf kan bedenken.


Beeld 4: ‘een geborduurd kussen waarmee ik de World Illustration Award 2018 won’.

4. Een autonoom beeld van eigen hand

Het leek mij heel grappig om dit kussen te maken. Ik kwam op het idee door ouderwetse vormen van kunst, zoals mannelijke kunstenaars die naakte vrouwen schilderen, te onderzoeken. Toen dacht ik: wat als ik in een heel vrouwelijk medium een naakte man afbeeldt? En dat je op die manier speelt met wat er van vrouwelijkheid verwacht wordt. Hoe grappig is het als je een heel tuttig bloemenkussen maakt met een piemel in het midden?

Het werk begon eigenlijk als een grap, maar werden toen opeens heel serieus genomen. Uiteindelijk won ik er de World Illustration Award 2018 mee. Toen ik de prijs uitgereikt kreeg zei de jury dat het heel experimenteel en veelzeggend was. Nu ligt het kussen bij mij thuis op de bank, maar het is ook nog een tijdje in museum De Fundatie in Zwolle tentoongesteld. Ik vind het heel leuk dat mijn uitingen niet altijd een tekening hoeven te zijn, maar dat ik ook andere dragers kan vinden om mijn verhalen mee te vertellen.


Beeld 5: ‘een beeldcolumn voor De Volkskrant die ik maakte naar aanleiding van de gruwelijke gebeurtenissen bij The Voice of Holland’.

5. een toegepast beeld van eigen hand

Dit laatste beeld is een beeldcolumn voor De Volkskrant die ik maakte naar aanleiding van de gruwelijke gebeurtenissen bij The Voice of Holland. Het was een onderwerp waarvan ik dacht: hier moet ik echt een goed beeld bij maken. Ik heb de gebeurtenissen omtrent The Voice destijds op de voet gevolgd. Helaas denk ik dat iedere vrouw op deze manier nare dingen heeft ervaren en dat is ook waarom het onderwerp mij zo aangreep. Tijdens het schandaal bij The Voice deden we alsof het enkel een probleem binnen de mediawereld is, maar als ik rondvraag bij mijn vriendinnen of andere vrouwen uit mijn omgeving blijk dat zulk soort shit overal gebeurt; en daar hebben we het niet over.

Seksueel overschrijdend gedrag gebeurt overal en daar wilde ik graag iets over maken. Tijdens de gebeurtenissen bij The Voice was het bijna een soort trend om te zeggen: ‘oh, wat naar en erg.’ Maar de week daarop heeft niemand het er over. De aandacht was er niet voor het echte probleem en ook niet voor een echte oplossing. Dus ik wilde iets maken over dat dit soort zaken altijd en overal gebeuren. Eerst dacht ik eraan de vrouwen af te beelden, maar toen dacht ik: dan gaat het weer over de vrouwen die slachtoffer zijn. Terwijl het eigenlijk een mannenprobleem is.


De illustratie van Jip in het Potloodcastboek