[educatie] Archivering van boekillustraties
Archivering van boekillustraties
15 februari 2021 door Anne Rombouts
‘Illustration is one of the most popular and accessible forms of visual art there is—it’s everywhere!,’ roept Judith Carnaby in een interview met Olivia Ahmad, conservator van House of Illustration in Londen. In bijna elke boekenkast staat wel een boek met illustraties erin maar de originele illustraties zijn moeilijk te vinden.
Waar archieven van foto’s, boeken, kranten, tijdschriften en radiobulletins allemaal via grote digitale platformen door te zoeken zijn, is er via internet nauwelijks informatie te vinden over uitgeverijarchieven of de archivering van boekillustraties. Het toegankelijk maken van gearchiveerde boekillustraties kan een (beginnende) illustrator veel leren over het werkproces.
Ongesystematiseerd
Toen aan Jos van Waterschoot, conservator boekhistorische collecties en strips Allard Pierson, werd gevraagd of hij zicht had op de archivering van fysieke boekillustraties, gaf hij het volgende antwoord:
Ik heb daar in zoverre zicht op dat ik weet dat vrijwel geen enkele uitgeverij daar systematisch mee omgaat. (…) In de archieven die ik ken waarin ook illustraties zitten is het meestal erg hapsnap, incompleet, volstrekt niet systematisch, maar gewoon wat er toevallig overgebleven is.
Dit sluit aan bij mijn eigen bevindingen: na een klein uur besteed te hebben aan het zoeken naar archieven, was de enige duidelijke vondst het Kluitman-archief in Alkmaar. De stukken van dit archief mag je met schriftelijke toestemming en onder begeleiding bekijken. Natuurlijk zijn er wel collecties van individuele illustratoren te zien in musea als Meermanno en het Literatuurmuseum, maar dit bestrijkt maar een klein percentage van alle boekillustraties die zijn gemaakt voor uitgeverijen.
Het is niet vanzelfsprekend dat originele illustraties zijn opgenomen in het uitgeverij archief. Illustrator Mark Janssen geeft aan dat hij zelf de illustraties op papier bewaart en de uitgeverij het digitale eindwerk. Hij voegt hieraan toe dat dit per illustrator en uitgeverij verschilt. In het ene geval wordt een fysieke illustratie opgenomen in de collectie van de uitgeverij, de andere keer blijft het liggen bij de illustrator.
Soms verdwijnen de illustraties en weet noch de illustrator, noch de uitgeverij waar het gebleven is.
Illustraties die zijn gemaakt voor een fonds van een uitgeverij zijn slecht toegankelijk om meerdere redenen, waarvan de belangrijkste is dat er geen systematiek is in het archiveren van boekillustraties. Hoe komt dat?
Archiefmethoden
De belangen van een uitgeverij bepalen in veel gevallen wat er wordt gedaan met archivering. Er zijn namelijk twee soort archiefmethoden: korte- en lange-termijn archivering. Bij korte-termijn archivering gaat het erom dat een document zo lang wordt opgeslagen als het bruikbaar is voor de organisatie. Het gaat hier om de ‘commerciële levensduur’. Een voorbeeld: de originele illustraties die zijn gemaakt voor Dik Trom (uitgeverij Kluitman) uit 1891 zijn nog in 1991 gebruikt om een nieuwe druk mee te maken. Wanneer een uitgeverij geen geld meer kan verdienen aan een document, wordt het verwijderd uit het archief. Daarna gaat het bijvoorbeeld terug naar de illustrator. Dit in tegenstelling tot lange-duur archivering, waarbij een document tot het einde der tijden wordt bewaard. Dit kost echter veel geld, en levert, na de commerciële dood van een document, niet heel veel geld op. Voor een commerciële instelling als een uitgeverij is lange-termijn archivering niet interessant.
Hier komt bij dat een uitgeverij altijd bezig is met een nieuwe uitgave of herdruk. Dit kan het proces van het archief op orde maken belemmeren, omdat hier geen tijd voor is. ‘Dat zie je niet alleen bij uitgeverij-archieven, dat zie je bij heel veel bedrijfsarchieven (bijvoorbeeld de archieven van bouwbedrijven, fotografen, pianofabrieken; bijna altijd is hun archief een rommeltje)’ vertelt Jesse van Dijl, conservator beeldcollecties van Regionaal Archief Alkmaar. Doordat er door gebrek aan tijd geen overzicht is in de collectie van een uitgeverij, kan moeilijk de waarde worden geschat. Illustraties kunnen namelijk veel waard zijn en zo worden gezien als bedrijfskapitaal. De theorie van Jesse van Dijl is dat uitgeverijen door gebrek aan overzicht op de collectie de waarde hoger schatten dan het eigenlijk is. Wanneer er dan een inventarisatie is, kan die totale waarde dus tegenvallen: ‘De overige “bulk” [met ‘waardeloze’ illustraties] blijft in dozen achter en voor je het weet ligt het jaren in een zijkamertje.’
De probleem van auteursrechten
Een andere verklaring die een rol kan spelen is de kwestie van auteursrechten. De verdeling van de rechten die rusten op illustraties verschilt per onderhandeling, waarbij het auteursrecht gedeeltelijk (bijvoorbeeld alleen een gebruikersrecht) of geheel verkocht kan worden aan de uitgeverij. Vroeger werd er tussen de illustrator en uitgever over het algemeen niks afgesproken over archiveren of het online tonen van de illustraties. Door de ontwikkelingen in het vakgebied kunnen deze niet gemaakte afspraken voor onenigheid zorgen. Deze onduidelijkheid in de rechten kan ervoor zorgen dat het toegankelijk maken van deze illustraties door een uitgeverij of archief een lastig parket wordt door de vele partijen met eigen belangen die erbij betrokken zijn.
Lichtpuntjes
Er zijn al verschillende initiatieven genomen om een beeldbank op te stellen voor illustraties. Zo is naar aanleiding van de oprichting van House of Illustration (HoI) in Londen (een centrum voor ‘the art of illustration in all its forms’, met onder andere tentoonstellingen en cursussen) in 2013/14 een poging gedaan om iets soortgelijks in Nederland op te richten. Partijen die meedachten over dit plan waren onder meer RKD Den Haag, Letterkundig Museum, Koninklijke Bibliotheek, Meermanno, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis en de UvA. Het ging hier niet alleen om het conserveren en archiveren van originelen, maar ook om de informatie en bronnen eromheen. Door onderlinge concurrentie liep dit op niets uit. Een soortgelijk initiatief is in 2015 ondernomen voor een digitaal platform. Ook dit werd geen succes, mede door een overbelaste ambtenaar van RKD.
Op dit moment zijn er nieuwe initiatieven, zoals een samenwerking tussen Meermanno, Literatuurmuseum en de KB. De Illustratie Ambassade blijft de ontwikkelingen volgen en denkt mee over een goede manier om illustratoren en archieven met elkaar te verbinden.