[expositie] Het andere perspectief

Het andere perspectief

8 maart 2022 door Noor de Kort

Onderdeel van de expositie Politiek Getekend is een overzicht van de tegenstrijdige berichtgeving in spotrenten over de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog uit de jaren ’40. De verbeelding van dit conflict stond voor Noor de Kort (25) centraal in haar scriptie van de master Politiek en Parlement aan de Radboud Universiteit. In dit artikel bespreekt ze de weergave van de Nederlandse militaire acties.

Nederlandse militairen in zwarte uniformen en met zwarte laarzen. Dat beeld uit De Oost – de recent verschenen film over de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog – was vorig jaar aanleiding voor een heftige publieke discussie. Veteranenorganisaties waren woedend. “Overduidelijk worden Nederlandse militairen in de trailer weggezet als SS-militairen”, zei Leo Reawaruw van veteranenorganisatie Maluku4Maluku in Trouw. En de snor van de omstreden kapitein Raymond Westerling zou volgens critici een opzettelijke vergelijking met Hitler zijn.

Deze publieke discussie is verre van nieuw. De Nederlandse militaire acties in Indonesië tussen 1945 en 1949 waren al vanaf het begin onderwerp van het maatschappelijke debat. Op 17 augustus 1945, twee dagen na de capitulatie door Japan, riepen Soekarno en Hatta de onafhankelijkheid van de Republiek Indonesië uit. Wat volgde was een periode van ongeveer vier jaar oorlog tussen de Indonesische onafhankelijkheidsstrijders en Nederlandse militairen. Dit conflict kwam regelmatig aan bod in politieke spotprenten: een medium dat per definitie opiniërend is, en waarin tekenaars regelmatig de spot drijven op het scherpst van de snede. Bij de verbeelding van de Nederlandse militaire acties in spotprenten uit de periode 1945-1949 was een duidelijke scheiding tussen linkse media en rechtse media. Waar tekenaars van rechtse media de Nederlandse militaire acties verbeeldden als een poging om vrede en rust te brengen in Indonesië, legden cartoonisten van linkse media vooral nadruk op de bloedige gevolgen van de strijd.


Frits, De Vlam, 31 augustus 1946

Dat laatste is ook het geval in het socialistische tijdschrift De Vlam. Melle Oldeboerrigter tekende onder het pseudoniem Frits meerdere spotprenten waarin het bloedvergieten een hoofdrol speelt. Zo wordt de inzet van de Nederlandse troepen overduidelijk afgekeurd in zijn cartoon van 31 augustus 1946. De prent toont een – in dramatische lijnen getekende – waarschijnlijk overleden man, die in een Indonesisch landschap ligt. Dit beeld botst met de tekst onder de tekening: ‘Voor rust en orde in Indonesië’. Deze leus verwijst naar het standpunt van sommige groepen in de Nederlandse samenleving dat het militaire ingrijpen in Indonesië leidt tot rust en orde. Hier is de spotprenttekenaar het overduidelijk niet mee eens. Het contrast tussen tekst en beeld is zo sterk, dat er maar één betekenis uit de spotprent kan worden herleid: de Nederlandse militaire acties hebben geen rust en orde als gevolg, maar vooral veel doden.


Eppo Doeve, Elseviers Weekblad, 8 januari 1949

Compleet anders is de visie in spotprenten van Eppo Doeve. Hij tekent gedurende de onafhankelijkheidsstrijd voor het rechtse tijdschrift Elseviers Weekblad. Het tijdschrift is een uitgesproken tegenstander van een onafhankelijk Indonesië en beschouwt de militaire acties als een manier om de orde te herstellen. In de spotprenten van Doeve komt de Indonesische bevolking vaak naar voren als slachtoffer van het conflict, en de Nederlandse militairen worden neergezet als hun bevrijders. Tijdens de eerste militaire actie in de zomer van 1947 tekent Doeve bijvoorbeeld de Nederlandse legercommandant Simon Spoor, die een Indonesische man oppakt. De Indonesische man heeft op de tekening een huis in brand gestoken, en wordt in het onderschrift een ‘raddraaier’ genoemd. Op de achtergrond is een Indonesische familie afgebeeld, die hulpeloos naast hun brandende huis staat. Hieraan willen de Nederlandse militaire blijkens de spotprent een einde maken. Zij zorgen volgens het bijschrift voor ‘orde, vrijheid en veiligheid’.

Tijdens de tweede militaire actie verkondigt Doeve een gelijksoortig standpunt in zijn spotprenten. Zo toont een prent van 8 januari 1949 een groepje Indonesiërs met als bijschrift: ‘Voor hun redding streden de Nederlandse troepen.’ Opnieuw is de Indonesische bevolking slachtoffer van een groep ‘raddraaiers’, terwijl de Nederlandse militairen hun redders in nood zijn.

Over oorlogsmisdrijven door Nederlandse militairen in de spotprenten van Elseviers Weekblad dan ook niets terug te vinden. Dat is wel het geval in het linkse tijdschrift De Vlam, dat meerdere keren aandacht besteedt aan deze thematiek. Niet alleen de incidenten zelf zijn negatief verbeeld. Ook bekritiseren de spotprenttekenaars van De Vlam de manier waarop Nederland omgaat met beschuldigingen omtrent de oorlogsmisdaden. De Nederlandse politici zouden de vermeende oorlogsmisdaden van het Nederlandse leger in Indonesië bagatelliseren, ontkennen en verbergen.


Wim van Wieringen, De Vlam, 26 maart 1949

Zo verbeeldt tekenaar Wim van Wieringen de uitdrukking ‘in de doofpot stoppen’ letterlijk in een prent van 13 februari 1948. PvdA-politicus Jan Anne Jonkman stopt hier briefjes met daarop de namen ‘Zuid-Celebes’, ‘Bondowoso’ en ‘Krawangse’ in een pot. Deze namen verwijzen naar respectievelijk de zuiveringsacties door de Nederlandse troepen op Zuid-Celebes van eind 1946, een treintransport van Indonesische krijgsgevangenen waarbij 46 van de 100 inzittenden bezweken aan de hitte in november 1947, en de executie van honderden ongewapende Indonesische mannen in december 1947. Politicus Jonkman wil deze gebeurtenissen aan de aandacht onttrekken, zo komt naar voren uit tekening. In een spotprent van 26 maart 1949 haalt tekenaar Wim van Wieringen nog scherper uit naar de reactie van de Nederlandse politici op de vermeende oorlogsmisdrijven. In deze tekening marcheren de KVP-politicus Louis Beel en de legercommandant Simon Spoor gezamenlijk met de Duitse nazi-kopstukken Joseph Goebbels en Heinrich Himmler. Ondertussen zeggen zij – over de oorlogsmisdrijven in Indonesië – “Es is nicht wahr.” Zeker zo kort na de Tweede Wereldoorlog een nogal scherpe vergelijking.

De eerdergenoemde opmerking van Leo Reawaruw van veteranenorganisatie Maluku4Maluku over de nieuwe film De Oost – “Overduidelijk worden Nederlandse militairen in de trailer weggezet als SS-militairen” – komt dus niet uit de lucht vallen. Al tijdens de oorlog in Indonesië dook het thema van het nazisme al op in de publieke discussie over de militaire acties. En zo gepolariseerd als het debat over de militaire acties nu is, zo gepolariseerd was dit debat ook in de jaren 40. Spotprenttekenaars van linkse media verkondigden een compleet andere mening dan spotprenttekenaars van rechtse media. De spotprenten zijn dus niet alleen maar ‘leuk’ om te bekijken, maar nog steeds relevant.