Expositie Vormen en Formaten – De vele gedaantes van de Japanse prent

Expositie Vormen en Formaten – De vele gedaantes van de Japanse prent

Meg Koning februari 2025

Impressie van de eerste zaal van de tentoonstelling

Liefhebbers van Japanse prentkunst kunnen al jarenlang hun hart ophalen bij de tijdelijke tentoonstellingen van het Sieboldhuis in Leiden. Door de jaren heen hebben deze exposities, waarin de voorstelling op de prent bijna altijd het uitgangspunt was, bezoekers veel geleerd over de geschiedenis en betekenis van Japanse prenten. De huidige expositie Vormen en formaten – De vele gedaantes van de Japanse prent kiest echter een radicaal andere invalshoek.  De titel suggereert het al: dit keer ligt de nadruk binnen de tentoonstelling niet op de voorstelling van de Japanse prenten maar op hun vele vormen en formaten. 

Deze tentoonstelling heeft als doel om de bezoeker kennis te laten maken met de vele gedaantes die de Japanse prent door de eeuwen heen heeft aangenomen. De expositie wil het heersende beeld van de Japanse prent, dat mede is ontstaan door het uiterlijk van wereldberoemde Japanse prenten zoals De Grote Golf van Hokusai en De Brug in de Regen van Hiroshige ( te zien in de tentoonstelling), diverser en inclusiever maken. Vormen en formaten – De vele gedaantes van de Japanse prent toont dat de Japanse prent door de eeuwen heen veel meer formaten heeft aangenomen dan het formaat van de wereldberoemde Japanse prenten van Hokusai en Hiroshige, het zogeheten ōban-formaat (ongeveer 36,9 x 25,5 cm). Uit de tentoonstelling blijkt zelfs dat de keus van Hokusai om een horizontaal landschap af te beelden op ōban-formaat helemaal niet vanzelfsprekend was, maar dat hij hierin de eerste was.

Een oud gezicht op de Yatsuhasu in de provincie Mikawa door Katsushika Hokusai (1760-1849), gemaakt in circa 1834, formaattype ōban.

De bezoeker ervaart dat er veel meer formaten zijn dan het ōban-formaat. Variërend van de ‘prent zo klein als een boontje’, de mameban (ongeveer 8,5 x 12,7 cm), tot de veel grotere en zeldzamere baiaiban (ongeveer 47 x 33 cm). Het eerste formaat werd gebruikt voor erotische prenten en kleine acteurskoppen, het tweede formaat werd ingezet voor grootse perspectiefprenten.

Verhalen van trouw en kinderlijke gehoorzaamheid van buitengewone personen, toegeschreven aan Gosōtei Sadahiro, circa 1847, formaattype mameban, ongesneden ōtanzaku
Een perspectiefprent van akte VII van het verhaal de 47 rōnin door Kita Masayoshi, circa 1791-1794, formaattype baiaban

De tentoonstelling benadrukt ook dat de formaten van prenten kunstenaars konden inspireren binnen hun ontwerpen. De overstap van Hiroshige op verticale composities zorgde ervoor dat hij close-ups ging creëren binnen zijn voorstelling.

De tentoonstelling laat ook zien dat de grafische techniek achter de Japanse prent druk uitoefent op de traditionele grenzen tussen toegepaste kunst en kunst. Door de eeuwen heen namen bedrijven vaak kunstenaars in dienst om het uiterlijk van hun product aantrekkelijker te maken.  Hierdoor werd de Japanse prent ook onderdeel van het dagelijks leven en gaven ze vorm aan allerlei gebruiksvoorwerpen. De tentoonstelling laat zo zien dat de Japanse prent geliefd was binnen de gehele Japanse samenleving, ongeacht gender, klasse of leeftijd, uiteenlopend van rijke en machtige samoerai en modebewuste vrouwen tot kabuki-fans en kleine kinderen. 

Enkele voorbeelden van modieuze waaierprenten beter bekend als uchiwa-waaiers

Een deel van de tentoonstelling is gewijd aan een bijzondere verzameling speelgoed prenten. Voor de allerjongsten werd de Japanse prent gebruikt om vorm te geven aan dioramaboekjes, de ōdōgu ōshikake, spelborden, de sugoroku, en verkleedprenten, de kawari-e, waarmee kleine handjes kabuki-acteurs konden voorzien van een nieuw uiterlijk.  Er zijn echter veel meer uitzonderlijke vormen, zoals kleine tandpoederzakjes en briefpapier.

Overzichtsfoto van vitrine gevuld met speelgoed. nr. 1, 2 en 3 zijn voorbeelden van de ōdōgu ōshikake, nr 4 en 5 zijn voorbeelden van kawari-e  , nr 7, 8, en 9 zijn voorbeelden van de sugoroku.

De zaalteksten en tekstbordjes geven inzicht in de rol van maatschappelijke en technologische ontwikkelingen voor het uiterlijk van een Japanse prent en laten zien dat deze onlosmakelijk verbonden zijn met de betekenis van de prent. Door de grote verscheidenheid aan prenten krijgt de bezoeker een fraai inkijkje in de verschillende onderwerpen zoals sekswerk, het kabuki-theater, oorlogspropaganda en dichtkunst.

Kortom, de tentoonstelling toont op overtuigende wijze dat vormen en formaten ertoe doen binnen de Japanse prentkunst. Sterker nog, het is een groot gemis als vorm en formaat buiten beschouwing worden gelaten. De tentoonstelling heeft de bezoeker bewust gemaakt van onbelichte kanten van de Japanse prentkunst en misschien zelfs van kunst in het algemeen. Mocht je dit voorjaar de monumentale werken in de Anselm Kiefer tentoonstelling in het Van Gogh Museum en het Stedelijk bezoeken, of de relatief kleine werken van Jan Mankes in Museum Arnhem en Museum Belvedère, kijk dan ook eens naar het formaat en de vorm van de werken. 

De tentoonstelling Vormen en Formaten – De vele gedaantes van de Japanse prent is nog tot en met 16 maart te zien bij het Sieboldhuis in Leiden. Klik hier voor tickets en meer informatie