[participatie] ‘Fiep wist wat haar werk waard was’

‘Fiep wist wat haar werk waard was’

Hedy d’Ancona over Fiep Westendorp


Geschreven door: Liddie Austin

De eerste keer dat ze Fiep Westendorp ontmoette, was op een van de lunches die journaliste Wim Hora Adema bij haar thuis organiseerde voor de medewerksters van haar vrouwenpagina in Het Parool. Hedy d’Ancona herinnert het zich nog goed. ‘Fiep zat als een soort opgekrulde poes in een stoel stilletjes te luisteren naar de gesprekken om haar heen. Ze had sowieso wel iets van een poes. En ze had net zo’n opvallend, grappig neusje als de mensen in haar illustraties, alleen dan niet zo puntig.’

Tot op dat moment kende ze haar nog niet persoonlijk, maar Westendorps werk kende ze wèl. ‘Fiep hoorde bij de vaste inboedel van Voor de vrouw, maar niet voor haar alléén, zoals de vrouwenpagina van Het Parool officieel heette. Die wekelijke pagina stond onder leiding van Wim Hora Adema en de medewerksters waren de BN’ers van die tijd: Hella Haasse, Annie M.G. Schmidt, Mies Bouhuys, Wina Born. En Fiep Westendorp dus. Zij illustreerde de meest uiteenlopende artikelen: of het nu een recept was of een bericht over sociale zekerheid, dat maakte haar niet uit. Ik vond haar werk van het begin af aan heel bijzonder, geestig en relativerend. Ze laat je door haar ogen naar de werkelijkheid kijken.’ 

Ze keek natuurlijk heel goed. Dat is het geheim van die tongue-in-cheek benadering van het leven die zij had: heel goed kijken. En dan zie je altijd wel iets grappigs. Als je tenminste haar oog hebt.’

Hedy d’Ancona over Fiep Westendorp

Toen Hedy d’Ancona begin jaren zestig medewerkster werd van de vrouwenpagina trof ze Westendorp dus bij Hora Adema’s befaamde lunches. ‘Er werd door de vrouwen druk serieus én vrolijk gepraat over hun werk en de wereld, en er werd veel gelachen. Fiep genoot duidelijk van het samenzijn, maar had niet het hoogste woord. Misschien was ze wel vooral aan het observeren. Ze keek natuurlijk heel goed. Dat is het geheim van die tongue-in-cheek benadering van het leven die zij had: heel goed kijken. En dan zie je altijd wel iets grappigs. Als je tenminste haar oog hebt.’

Dat oog en een gedegen opleiding stonden aan de basis van haar succes. ‘En dat vulde ze aan met een gepassioneerde werkhouding. Fiep koos al heel jong een vak waarin weinig tot geen vrouwen aan het werk waren. Daarom is het extra knap dat ze zo’n lange carrière heeft kunnen opbouwen: ze is meteen als zelfstandig illustrator aan de slag gegaan nadat ze in 1937 van de Rijksacademie kwam en ze werkte door totdat in 1997 haar laatste boek verscheen. Ze was geen feministe – begin jaren zestig gebruikten we die term nog niet en daarvoor was ze ook te relativerend – maar ze leefde natuurlijk wel een geëmancipeerd leven. Het zal niet makkelijk zijn geweest om het als vrouw te maken in de illustratiewereld, maar ze had altijd genoeg opdrachten. Naast haar werk voor de vrouwenpagina maakte ze illustraties bij de verhaaltjes over Jip en Janneke van Annie Schmidt; ze was ook de illustrator van Mies Bouhuys’ verhalen over de katten Pim en Pom. Verder had ze de nodige reclameklussen. Fiep werkte kei- en keihard. Dat kon ook: ze woonde alleen en het werk ging altijd voor. In de weekeindes ging ze weleens naar een vriendin in het Gooi om een beetje uit te puffen.’

Voor d’Ancona op tafel liggen allerlei boeken over het werk van Westendorp. ‘Deze is leuk: de vrouw is met een hand een stukje aan het tikken, met de andere roert ze in een pan die achter haar op het fornuis staat; om haar heen is het een totale chaos. Typisch Fiep,’ zegt ze terwijl ze een cartoon in een van de boeken aanwijst. ‘En deze heb ik opgenomen in mijn boekje Vrolijk verval. Dat spandoek met ‘Gelijke rechten!’ is herkenbaar voor de tijd waarin ze hem maakte, maar door het te laten dragen door een vrouw met een aktentas en een vrouw met een emmer en een bezem in de hand geeft Fiep er haar eigen draai aan. Dat is de functie van een illustratie: een eigen visie. Als je die niet hebt, kun je net zo goed een foto bij een artikel plaatsen. Een goede illustratie voegt iets toe, laat de lezer zien: zo kun je er ook naar kijken.’  Verder bladerend: ‘Zie je dat ze zich ook steeds wist te vernieuwen? Eerst waren het die zwart-wit tekeningen, daarna werden het van die silhouetjes voor Jip en Janneke, nog later kwam er kleur bij. Maar het bleef onmiskenbaar Fiep: eigenzinnig en naar nu blijkt ook tijdloos.’

Na haar dood in 2004 liet Fiep Westendorp de rechten op haar werk en al haar bezittingen na aan de door haar ingestelde Fiep Westendorp Foundation. Hedy d’Ancona is voorzitter van deze stichting, die als doel heeft kinderen en illustratie met elkaar in aanraking te brengen. Omdat het werk van Fiep nog steeds zo goed loopt kan de stichting veel van de aanvragen die ze binnen krijgt honoreren. ‘Fiep nam haar werk heel serieus,’ zegt d’Ancona. ‘Ze bewaarde alles. Dat geeft aan dat ze wist wat het waard was. Ook dat kun je vooruitstrevend noemen: ze stak haar licht niet onder de korenmaat.’
Lees meer over de expositie Baanbrekers/Trailblazer 5 oktober – december 2023