Interview met Masha Krasnova-Shabaeva

Interview met Masha Krasnova-Shabaeva

22 februari 2022 door Noa Zuidervaart

Illustratie voor publicatie ‘ExtraPlaats 2‘ door Knust Press & Extrapool met Stichting Plaatsmaken

Ik vind hedendaagse illustratie steeds interessanter. De beelden worden wonderlijker, uitdagender. Soms zelfs lelijk, maar wel op een goede manier. Grenzen die je voorheen niet mocht passeren lijken te vervagen.  

Visueel kunstenaar en illustrator Masha Krasnova-Shabaeva vormt lijnen om tot levendige visioenen. Het zijn collages van de gekste koortsdromen: een figuur lacht je vriendelijk toe met lippen als een worst, in een eierschaal huist een wezen met slechts een oog en vanuit het niets verschijnen handen en voeten als storingen op een beeldscherm. Ondanks die absurditeit blijven de tekeningen een lust voor het oog door haar unieke signatuur.


Illustratie bij artikel ‘Study of two figures‘ van The New Yorker

De aanloop 

Zelf omschrijft Masha haar stijl grappend als een mix van plaatjes uit Sovjet-prentenboeken en schilderijen van Jheronimus Bosch: ‘Ik grijp onbewust terug naar geïllustreerde boeken uit mijn kindertijd. Die waren een beetje oubollig, vreemd en af en toe best wel afgezaagd. Dat herken ik nu in mijn personages.’ Die eigenzinnigheid is niet altijd vanzelfsprekend geweest. Masha groeide op in Rusland en volgde daar een klassieke opleiding tot autonoom kunstenaar: ‘Ze leerden me wel hoe ik moest tekenen, maar niet wat ik moest tekenen.’

De keuze voor haar studie voelde veilig, want tijdens haar jeugd deed ze niks anders dan tekenen. Ook gedurende de middelbare school bleef ze onafscheidelijk van haar potlood en papier. Ze was gefascineerd door illustratie, maar werd ontmoedigd door vooroordelen tegenover de discipline. ‘Illustratie was niet serieus,’ verklaart ze. Doordat Masha’s vader kunstschilder was, groeide ze op met stereotypes over wat een kunstenaar behoorde te zijn: ‘Ik kreeg het gevoel dat ik hetzelfde pad als mijn vader moest bewandelen. Daardoor duurde het even voordat ik mijn plek vond.’ Maar na veel experimenteren, ook na het afstuderen, kwam ze er geleidelijk achter wat ze het allerleukste vindt.



Voorbeeld van illustratie uit Sovjet-schoolboek

De meest invloedrijke en indrukwekkende afbeeldingen zijn voor mij Sovjet school- en kinderboeken. Ik hou nog steeds van hoe griezelig en simplistisch ze zijn. Stiekem wil ik ook dit soort illustraties maken.

Autonoom vs toegepast 

Zo nu en dan aarzelt Masha nog steeds over wat ze maakt. Zeker bij commerciële ontwerpklussen: ‘Ik werk samen met opdrachtgevers aan een concept, maar ben vervolgens zelf verantwoordelijk voor het beeld. Daar krijg ik dan weer feedback op en dat maakt het weleens lastig om me vrij te voelen in wat ik maak.’ Gelukkig kan ze steeds beter omgaan met de druk van opdrachtgevers, deadlines en richtlijnen: ‘Ik leer om geen compromissen meer te sluiten; om beeld te creëren dat ik echt mooi vind.’

Haar klanten zitten verspreid over de hele wereld; van de grootste kranten uit Amerika tot de Britse Financial Times en de stadsgids van haar huidige woonplaats Rotterdam. Ook bij werk in opdracht blijven Masha’s beelden even kleurrijk en eclectisch. Zo zet ze bij een illustratie voor The New York Times het personage ‘The Starchild’, ofwel zanger Paul Stanley van KISS, in een chaotisch decor met schilderijlijst, leeuw en levensgrote cocktail. Daarnaast ontwerpt ze voor het Amsterdamse modemerk Masha Maria een vrolijke optocht van originele karikaturen.

Naast haar commerciële opdrachten werkt Masha aan zelf geïnitieerde projecten. Bijvoorbeeld in de vorm van publicaties, samenwerkingen met andere illustratoren of persoonlijke beeldreeksen. Hoewel de opdrachten en haar eigen projecten gescheiden staan op haar website, is ze deze recentelijk als gelijkwaardig gaan zien: ‘Ik heb me gerealiseerd dat de illustraties die ik voor mezelf maak ook geschikt zijn voor het grote publiek. Dus wanneer mogelijk, probeer ik mijn personages en ideeën aan te passen aan de onderwerpen van mijn klanten.’   


Illustratie bij de ‘Letters of Recommendation‘-sectie van The New York times


Het kantelpunt

Masha’s beeldende verhalen lijken onlangs een verandering te hebben doorgemaakt. Ze zijn nóg afhankelijker van lijn en vorm. In deze nieuwe tekeningen worden objecten en figuren bijna geabstraheerd en tegelijkertijd met meer kracht en spanning neergezet. Ze legt uit: ‘In mijn werk probeer ik een surreëel universum te schetsen. Ik kom de laatste tijd dichter bij het punt waarin alles ontastbaar lijkt en opgaat in het niets. Alsof het bijna uit je zicht verdwijnt, net als in een droom. Het voelt vrijer.’

De vrijheid die Masha ervaart, merkt ze niet alleen op in haar eigen praktijk. Ze ziet een nieuwe beweging binnen het gehele illustratie-wezen en daar wordt ze erg blij van. ‘Ik vind hedendaagse illustratie steeds interessanter. De beelden worden wonderlijker, uitdagender. Soms zelfs lelijk, maar wel op een goede manier. Grenzen die je voorheen niet mocht passeren lijken te vervagen,’ vertelt ze enthousiast. De definitie van de discipline maakt volgens haar een overgang door: ‘Illustratie bestaat niet alleen uit beeld bij boeken en teksten. De betekenis van het vakgebied is tegenwoordig veel breder: het omvat alles wat illustratoren creëren.’

Ook in andere hoeken merkt Masha veranderingen op. Nederlandse illustratoren werken vaker voor de internationale markt. ‘Er is veel aanbod in illustratie binnen een relatief klein land,’ licht ze toe. ‘Daardoor krijgen makers het gevoel dat ze hun opdrachten elders moeten zoeken.’ Nederlandse ontwerpers en kunstenaars zijn hier niet uniek in. Ze denkt dat meer Europese illustratoren last hebben van dit probleem. Taal speelt daarbij een belangrijke rol: ‘The New York Times kan door meer mensen gelezen worden dan De Volkskrant.’ Maar Masha ziet eveneens kansen: ‘Het is zo gaaf om beeldmakers te kunnen kiezen vanaf elke plek op de kaart. Bovendien is de internationale markt toegankelijk, dus waarom zou je er niet aan meedoen?’


Beeld voor een eigen project


Beginnend onderzoeker

Naast haar baan als illustrator is Masha werkzaam als docent aan de Willem de Kooning Academie. De kunstopleiding vroeg haar een jaar geleden onderzoek te doen naar de betekenis van illustratie. Nu werkt ze samen met mede-illustratoren Rachel Sender en Carmen José om het antwoord op dit veelomvattende vraagstuk te vinden: ‘We spraken illustratoren, studenten en ervaringsdeskundigen uit het werkveld.’ Ze diagnosticeerde de illustrator met typische symptomen van een laag zelfvertrouwen. Dit komt volgens Masha en haar collega’s doordat illustratie niet gezien wordt als een discipline die aandacht verdient: ‘Illustratie werd eeuwenlang verwaarloosd als ‘lage’ kunst en bleef hierdoor in de schaduw. Dit heeft nog steeds invloed op onze huidige opvattingen.’

Met hun project willen de drie ‘beginnende onderzoekers’ — zoals ze zichzelf noemen — academies en studenten aanmoedigen meer onderzoek naar illustratie te starten. ‘Het stigma begint op de academie. Illustratiestudenten weten vaak weinig over de geschiedenis van hun eigen discipline, omdat er tijdens de theorielessen nauwelijks aandacht aan wordt besteed,’ zegt Masha. ‘Dat is zonde, want het is zo’n rijke richting waarbinnen oneindig veel valt te ontdekken.’ Aankomend jaar werken de drie verder aan hun project. ‘Dat de academie ons hiervoor vroeg, stemt me erg hoopvol voor de toekomst. Door het onderzoek heb ik het vakgebied ook persoonlijk beter leren kennen. Daardoor voel ik me nu comfortabeler in mijn werk en ben ik nog trotser mezelf illustrator te kunnen noemen.’


Illustratie bij artikel ‘The original home-shopping frenzy‘ van 1843 magazine



Illustratie bij artikel ‘Free Your Mind‘ van Rotary Magazine


Spread voor risomagazine Wobby