Interview met Sylvia Weve
Interview met Sylvia Weve
December 15, 2023 door Anke Verbeek
“Elke keer in dezelfde stijl werken lijkt me ontzettend saai: ik begin liever steeds van vooraf aan”
Illustrator Sylvia Weve (69) blijft onderzoeken en verrast steeds weer met haar uiteenlopende technieken en bonte creaties. “Voor mijn laatste boek heb ik ondersteboven getekend, met links geschilderd en gephotoshopt. Dit deed ik om te voorkomen dat het tekenen een trucje wordt.” Ondanks deze veelkleurigheid is Weve’s werk uit duizenden te herkennen. Haar illustraties zijn expressief, beweeglijk, mondig, verhalend en bij vlagen ronduit hilarisch. Ze neemt ons onder andere mee in verhalen van ballet dansende geiten, cowboy-achtige zakenmannetjes en jammerende klaagvrouwen. Binnen deze gekke taferelen lijkt er één formule redelijk vast te zijn: serieuze thematiek wordt op een speelse of humoristische wijze vormgegeven.
De Illustratie Ambassade bezoekt de illustrator in haar woon- en werkplaats in Amsterdam. Weve blikt terug op haar verschillende, terugkerende technieken en ideeën, zonder zich ergens op vast te pinnen. “Ik ben altijd op zoek naar iets nieuws, soms wil ik zelfs elke pagina anders.”
Lachen en huilen tegelijkertijd
“Ja, mijn laatste boek, ik zal het er even bij pakken…” De illustrator trekt een boek midden tussenuit een hoge boekenstapel. “Bette en ik hebben precies dezelfde humor, ik vind haar gedichten zo heerlijk.” Vol enthousiasme vertelt Weve over de samenwerking met dichter en schrijver Bette Westera. “Er zit altijd wel een gekke kwinkslag in haar gedichten. Op die manier vullen we elkaar aan. Toen zij een keer niet op gang kwam, maakte ik eerst een tekening. Zij weet dan meteen hoe ze weer verder moet. Wanneer we gaan brainstormen hebben we ook altijd vreselijk veel plezier. Deze sessies doen we ook gewoon lekker op het terras.”
Weve’s laatste boek, Zo voelt dat (2023), komt voort uit deze samenwerking. Het visualiseert de turbulente wereld van emoties en gevoelens die schuilgaat achter onze alledaagse bezigheden. Eerder werkten ze samen aan bundels over onderwerpen als echtscheiding en de dood. Met deze boeken wonnen de makers onder andere de Gouden Griffel, een Vlag & Wimpel van de Penseeljury, de Gouden Poëziemedaille én de Woutertje Pieterse Prijs. Deze positie geeft hen vrijheid. Alles wat het duo voorstelt bij de uitgever, wordt uitgegeven.
“Een ander boek dat we samen hebben gemaakt (een wens van de uitgever) is Doodgewoon. Met dit boek wilden we mensen met de dood confronteren. Het moest een zwaar verhaal op een vrolijke en luchtige manier vertellen. Zo wilden we laten zien dat de dood verder gaat dan een overleden hamster of grootouder. Tijdens het maakproces van dit boek leerde ik ook veel over hoe verschillende culturen omgaan met dit onderwerp. Wat me misschien wel het meest is bijgebleven is het fenomeen van de klaagvrouwen. Dat is echt fantastisch. Deze vrouwen kun je inhuren om langs te komen bij je begrafenis en dan gaan ze heel hard huilen. Tja, in Nederland proberen we deze gevoelens dan in te slikken. Dat is voor ons dan weer een taboe, om vooral niet te huilen.”
Vlakken, vlekken en lijnen
“Het grappige is dat, als je goed naar deze klaagvrouwen kijkt, het alleen maar vlekken zijn.” Weve wijst naar de pagina in het opengeslagen boek. “Deze is gemaakt met aquarel, maar op andere pagina’s zie je weer tekeningen die gemaakt zijn met acryl of Oost-Indische inkt. Sommige van mijn boeken zijn ook wat grafischer van aard. Kijk bijvoorbeeld naar het boek Seks is niks geks, dit werd gedrukt in twee PMS-kleuren. Dan word je bijna gedwongen om wat meer in vorm en vlakken te denken.”
“Ik vind dat je voor elk werk moet kijken wat voor werkwijze bij het concept past.”
“Of mijn stijl steeds in ontwikkeling is? Dat weet ik niet, maar het lijkt me dus ontzettend saai als je altijd in dezelfde stijl zou tekenen. Nee hoor, dat is echt niks voor mij. Het liefst verras ik mezelf en probeer ik zoveel mogelijk nieuwe dingen. Wanneer je als illustrator zo handig wordt in het tekenen van je eigen stijl, dan kan het een soort trucje worden. Om te voorkomen dat het een truc wordt, begin ik liever steeds van vooraf aan. Daarbij vind ik ook dat je voor elk boek moet kijken wat voor techniek of sfeer er bij het concept past.”
Werken in opdracht
Naast de doorlopende samenwerking met Bette Westera, werkte Sylvia Weve vroeger ook aan opdrachten voor kranten, tijdschriften en uitgeverijen. Ze benadrukt dat er veel vrijheid kan bestaan binnen een kader en dat het goed is om snel keuzes te maken. De illustrator vertelt uitgebreid over haar eerdere ervaring bij de financiële rubriek van de Volkskrant en daarmee gepaarde briefings en tijdsdruk.
“De financiële rubriek van de Volkskrant was natuurlijk vrij droog. Aan mij de taak er iets raars van te maken.”
“Ik houd van deadlines. Op zondagochtend kreeg ik altijd een kort tekstje van de Volkskrant doorgefaxt. De illustratie voor bij het artikel moest dan al om 19:00 uur af zijn. Geen tijd voor twijfel, en de tekening even verfijnen zit er dan niet bij. De teksten die ik dan kreeg, gingen over fusies, verschillende bedrijven en andere economische zaken. Behoorlijk droog af en toe. Aan mij dan de taak om er iets raars van te maken!” vertelt ze met een grote glimlach. “Ik maakte van een zakenman een cowboy of gaf de bankdirecteur een dikke sigaar. Op die manier wist ik er altijd wel een draai aan te geven.”
“Het mooie hieraan vind ik de willekeurigheid van de onderwerpen. Want die bepaalde de Volkskrant dus. Zelf was het nooit in me opgekomen om maar eens te gaan tekenen over de economie.”
Geen vrije zondagen
“Ik werk elke dag, dus nee geen vrije dagen om lekker ‘voor mezelf’ te tekenen. Ik zou ook niet zonder werk kunnen, het is veel te leuk. Vroeger werkte ik 70 uur per week, nu is dat eerder rond de 45/50 uur. Als ik goed nadenk, heb ik trouwens wel één vrije serie gemaakt voor een specifieke tentoonstelling. Ik had geen zin om prints op te hangen van mijn boeken. Vandaar dat ik nieuw werk had gemaakt.” Weve loopt naar achteren en haalt een stuk karton tevoorschijn. Op de plaat zien we een vrolijk dansend dier. “Kijk, dit werk heet: Mijn geit mag ook op ballet.”
“Of ik een tienjarenplan heb liggen voor de komende tijd? Nou, toevallig niet,” lacht ze. “Momenteel werk ik aan een reeks filosofische boeken voor volwassenen. Dit worden hele kleine boekjes gedrukt in twee PMS-kleuren. Ik kijk erg uit naar het resultaat hiervan. Als we het hebben over de langere termijn, zou ik echt nog heel graag zelf een boek willen schrijven. Het gaat dan om een echt leesboek, jeugdliteratuur om precies te zijn. Eerlijk gezegd vind ik het wel spannend, maar het moet lukken. Ik probeer dan te leven bij die Pippi Langkousmentaliteit: ik heb het nog nooit gedaan, dus ik zal het wel kunnen.”