[participatie] Workshop ‘Illustration as a Research Method’ door Tânia A. Cardoso
Terugblik Workshop ‘Illustration as a Research Method’
De workshop begon bovenin het Meterhuis. Na een korte voorstelronde legde Tânia een stapel van haar schetsboeken op tafel. De tekeningen die hierin te zien waren, heeft Tânia gemaakt tijdens wandelingen door de stad. De deelnemers mochten door de schetsboeken bladeren terwijl Tânia vertelde hoe ze haar illustraties inzet als onderzoeksmethode bij het doen van stedenbouwkundig onderzoek.
Wanneer Tânia door de stad loopt, let ze op al haar zintuigen en probeert ze zoveel mogelijk waarnemingen vast te leggen. Deze waarnemingen zijn veelal vluchtig en worden met snelle lijnen gevangen: flarden van gesprekken die ze oppikt, de geur van een zak friet, een fietser met haast of een harde windvlaag. Voor andere waarnemingen neemt ze langer de tijd: was die uit een raam hangt te drogen, een groot gebouw, iemand die een krant leest op een bankje of een scheve boom.
Tânia is geïnspireerd door grafische journalistiek en psychogeografie. Ze legde de deelnemers uit hoe bij grafische journalistiek beeldverhaal wordt ingezet om journalistieke verhalen te vertellen. Illustratie kan hierbij gebruikt worden om actuele vraagstukken vast te leggen en bespreekbaar te maken. Ook vertelde ze kort over psychogeografie en hoe daarbij steden vastgelegd worden door te kijken naar wat de stedelijke omgeving met mensen doet: wat voor gevoelens roept de omgeving op en hoe beïnvloed dit de wijze waarop mensen zich gedragen?
Door grafische journalistiek met psychogeografie te combineren, creëert Tânia persoonlijke beeldverhalen over haar ervaringen van de stad. Tekenen ziet ze hierbij als een vorm van denken. Aan de hand van haar “denktekeningen” reflecteert Tânia op de stad en de leefbaarheid ervan. Ondanks het regenachtige weer ging de groep na de uitleg naar buiten om met deze werkwijze aan de slag te gaan. Tânia deelde handgemaakte leporello’s uit om in te schetsen. De leporello’s waren in zakformaat en konden daardoor makkelijk opgeborgen worden wanneer het ineens harder begon te regenen. Na vijftien minuten lopen, ruiken, voelen, denken, luisteren, kijken en tekenen ging de groep weer naar binnen.
Hier had Tânia een kleine grabbelton klaarstaan met daarin briefjes met woorden erop die te maken hadden met de thema’s van het werk dat in de Baanbrekers expositie te zien is. Dit waren woorden als ‘change’, ‘protest’ en ‘marginalisation’. Na woorden te hebben gegrabbeld ging de groep opnieuw naar buiten om met het woord in gedachten de omgeving te observeren. Met het woord als kijklens werd er op een gerichtere manier waargenomen en geassocieerd.
Toen het harder begon te regenen, werden de leporello’s in zakken gestoken en ging de groep weer naar binnen om met hetzelfde woord in gedachten naar het werk in de expositie te kijken. Ook hierbij werd er getekend en Tânia moedigde de groep aan om associaties en gedachten bij de tekeningen te schrijven. Na al het geëxposeerde werk vanuit het gekregen woord te hebben
bekeken, ging de groep opnieuw naar buiten om daar verder te tekenen.
De workshop werd afgesloten met een warme kop thee en een nabespreking van het gemaakte werk. De groep had op dezelfde locaties getekend, maar de getekende observaties van deze locaties bleken heel verschillend te zijn. De leporello’s vormden persoonlijke documentaties die samen een groter verhaal vertelden over de expositie en het Westergasterrein.